Het serotonine-Transportergen: Wat is nieuw'?

het verhaal van het serotonine transporter gen lengte verschil en depressie heeft een lange geschiedenis, die ik onlangs herzien.1 De 2003 studie door Caspi en colleagues2 toonde aan dat de korte versie van het serotonine transporter gen, het s allel, wordt geassocieerd met een groter risico op depressie-als de drager ervaren ongunstige kindertijd gebeurtenissen.

onlangs repliceerde een andere studie–een van de weinige die deze relatie bij bipolaire stoornis onderzocht–de belangrijkste bevindingen van Caspi en associates. Benedetti en collega ‘ S3 vonden dat het s-allel werd geassocieerd met een grotere stemmingsstoornis, zoals blijkt uit zelfmoordpogingen.

verschillende kenmerken verdienen aandacht in deze studie.3 Ten eerste toont het aan dat deze relatie geldt bij zowel bipolaire als unipolaire stemmingsstoornissen. Ten tweede versterkt de replicatie de oorspronkelijke waarneming in de Caspi-studie. Maar deze keer werd een andere bevinding waar in andere studies naar werd verwezen zeer krachtig aangetoond: het s-allel werd in verband gebracht met aanzienlijk lagere percentages zelfmoordpogingen in vergelijking met het lange l-allel, toen de scores voor tegenspoed bij kinderen laag waren. Deze bevinding wordt schematisch weergegeven in de figuur.

dezelfde relatie werd gezien of het aantal of de ernst van stressoren werd gebruikt, zoals gekwantificeerd door de Social Readjustment Rating Scale, een gevalideerd instrument voor het beoordelen van levensveranderende gebeurtenissen.

hoewel deze bevinding al eerder werd gesuggereerd, is deze studie een van de beste bewijzen dat het s-allel geen risico-gen of slecht gen is, maar eerder een plasticiteitsgen-een gen dat een individu gevoeliger maakt voor zijn of haar kindertijd.3,4 als die omgeving veilig en voedend is, lijkt het erop dat deze veiligheid op de een of andere manier zodanig INTRODUCT is dat latere teleurstellingen, stress of depressies het individu niet tot de rand van zelfmoord brengen.

aan de andere kant, als de omgeving van de kindertijd hard is, wordt een neiging tot hoog risico gedrag bevorderd (het s-allel onder deze omstandigheden wordt geassocieerd met eerdere seksuele activiteit en meer gebruik van middelen, bijvoorbeeld).5,6

een laatste opvallende bevinding: de relatie tussen de ernst van stressoren en zelfmoordpogingen, schematisch weergegeven in de figuur, volgt een opmerkelijk lineair verband. De grafische lijnen zijn niet alleen gladgestreken krommen voor een verstrooiing van datapunten, zoals men zo vaak ziet. In deze studie volgt elk gegevenspunt het vorige precies langs de hier getoonde krommen. De verbinding tussen de 2 variabelen lijkt uitzonderlijk sterk.

dit artikel werd oorspronkelijk geplaatst op 9/10/2015 en is sindsdien bijgewerkt.

Disclosures:

Dr Phelps is directeur van het stemmingsstoornissen programma bij Samaritan Mental Health in Corvallis, OR. Hij is de bipolaire stoornis sectie Editor voor Psychiatric Times.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.