a unified biosocial theory of personality and its role in the development of anxiety states

een algemene theorie van erfelijke persoonlijkheidskenmerken en hun neurobiologische basis wordt beschreven. Drie onafhankelijke dimensies van de persoonlijkheid worden gedefinieerd en gerelateerd aan erfelijke variatie in reactiepatronen op specifieke soorten omgevingsstimuli: ‘nieuwheid zoeken ‘is te wijten aan een erfelijke neiging tot frequente verkennende activiteit en intense opwinding in reactie op nieuwe prikkels;’ schade vermijden ‘is te wijten aan een erfelijke neiging om intens te reageren op aversieve prikkels en om te leren om straf, nieuwheid en niet-beloning passief te vermijden; en’ beloning afhankelijkheid ‘ is te wijten aan een erfelijke neiging om intens te reageren op beloning en ondersteuning en om te leren om beloond gedrag te handhaven. Bewijs suggereert dat variatie in elke dimensie sterk gecorreleerd is met activiteit in een specifieke centrale monoaminerge pathway: nieuwigheid zoeken met lage basale dopaminerge activiteit, schade vermijden met hoge serotonerge activiteit, en beloning afhankelijkheid met lage basale noradrenerge activiteit. Deze neurobiologische dimensies interageren om te leiden tot geïntegreerde patronen van differentiële reacties op straf, beloning en nieuwheid. De combinatie van hoog zoeken naar nieuwheid, hoge beloningsafhankelijkheid en lage schadevermijding (histrionische persoonlijkheid) of de combinatie van hoog vermijden van schade, lage beloningsafhankelijkheid en laag zoeken naar nieuwheid (obsessieve persoonlijkheid) worden elk geassocieerd met informatieverwerkingspatronen die leiden tot onbetrouwbare discriminatie van veilige en gevaarlijke situaties en dus tot chronische angst. Bij personen met een hoge nieuwigheid zoekende, chronische angst wordt gekenmerkt door globale onbehagen of alarm zonder specifieke premonitory signalen, frequente lichamelijke pijnen als gevolg van lage pijn en sensatie drempels, lage sedatie drempel, en langzame vermoeidheid. In tegenstelling, in individuen met hoge schadevermijding, wordt chronische bezorgdheid gekenmerkt door frequente anticiperende zorgen op basis van specifieke aanwijzingen, hoge pijn en sedatiedrempels, en gemakkelijke vermoeibaarheid. Als reactie op frustrerende non-beloning zijn personen met een hoge beloningsafhankelijkheid vatbaar voor compenserende noradrenerge hyperactiviteit en dus acute of terugkerende toestanden van geagiteerde dysforie geassocieerd met beloningszoekend gedrag zoals overeten en verhoogde seksuele activiteit. Er worden specifieke voorspellingen gedaan over de normale persoonlijkheidsontwikkeling en de ontwikkeling en familiale aggregatie van angst, somatoform, depressieve en persoonlijkheidsstoornissen. Deze voorspellingen worden vergeleken met beschikbare informatie en er worden aanbevelingen gedaan voor toekomstig onderzoek.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.