Lucas 18: 13 maar de tollenaar stond op een afstand, zelfs niet bereid om zijn ogen op te heffen naar de hemel. In plaats daarvan sloeg hij op zijn borst en zei: ‘God, heb genade met mij, een zondaar!’

(13) de tollenaar, die op afstand staat.– De woorden wijzen op een gevoel van schaamte dat de tollenaar weghield van de menigte van aanbidders die naar de ark-einde van de buitenste voorhof van de tempel drongen-weg, vooral, van de vrome en respectabele Farizeeër. Zo kan een “verlaten en wanhopige schipbreukeling” op een plechtige dienst, in de afgelegen hoek van het schip van een kathedraal. Ook hij stond, want dat was de ontvangen houding van het gebed, en knielen, op zo ‘ n moment en op die plaats, zou opzichtig geweest zijn.

zou niet zozeer verheffen als zijn ogen naar de hemel.– Er is een subtiele afbakening van wat men de fysionomie van berouw zou kunnen noemen, die niet onopgemerkt mag blijven. De neerslachtige blik staat in contrast met de bovenzinnelijke uitdrukking (waarbij het bijvoeglijk naamwoord in de meest letterlijke zin wordt gebruikt) van de Farizeeër.

maar sloeg op zijn borst.– Dezelfde daad ontmoet ons als de uitdrukking van uiterste verdriet in degenen die bij het kruis stonden (Lucas 23:48). Fysiologisch gezien lijkt het een spanning van de vaten van het hart te impliceren, zoals we allemaal voelen in diepe emotie, waaraan de uiterlijke impact in zekere mate verlichting lijkt te geven. Dus mannen slaan hun borst, als ze lijden aan kou, om de circulatie van het bloed te versnellen. Omdat het spontaan en onvrijwillig was, getuigde het de werkelijkheid van de emotie en contrasteerde het met de kalme, vaste houding van de Farizeeër.

God, wees mij een zondaar genadig.– Letterlijk, voor mij de zondaar, alsof, zoals St. Paulus, hij noemde zijn eigen schuld als uitzonderlijk en beschouwde zichzelf als” de leider der zondaars ” (1timoteüs 1:15).

vers 13. – En de tollenaar, die van verre stond, wilde zelfs zijn ogen niet opheffen naar de hemel, maar sloeg op zijn borst, zeggende: God, wees mij genadig, een zondaar! Volkomen verdrietig en gebroken hart, de tollenaar noch vertelt noch denkt aan goede goede daden gedaan, of speciale zonden begaan; geen gedachten kwamen in dat arme hart, zoals: “Ik heb een aantal goede daden gedaan, Ik ben niet geheel verachtelijk en zondig.”Hij voelde dat bij hem het kwaad zo ver het goede overschreed dat hij geen smeekbede voor zichzelf kon maken, en toch verlangde hij ook naar verlossing, dus wierp hij zich geheel op Gods barmhartigheid en liefde in zijn droevige gebed:” God zij mij de zondaar genadig!”want zo moeten de woorden worden weergegeven. Anders dan de Farizeeër, die zichzelf beter vond dan zijn buren, dacht deze man, in zijn droevige nederigheid, blijkbaar dat andere mensen beter waren dan hijzelf, maar toch vertrouwde hij zo op God dat hij zelfs voor hem, de zondaar, voelde dat er barmhartigheid zou zijn.

Parallel Commentaar …

Lexicon

maar
δὲ (de)
Conjunctie
Grieks van Strong 1161: een primair deeltje; maar, en, enz.
het
Ὁ (Ho)
artikel-nominatief mannelijk enkelvoud
Strong ‘ s Grieks 3588: het, het lidwoord. Met inbegrip van de vrouwelijke hij, en de onzijdig in al hun buigingen; het bepaalde lidwoord; de.
belastinginner
τελώνης (telōnēs)
Zelfstandig naamwoord – nominatief mannelijk enkelvoud
Strong ‘ s Greek 5057: een tollenaar, belastinginner. Van telos en oneomai; een belastingboer, dat wil zeggen verzamelaar van overheidsinkomsten.
stond
σστςς (hestōs)
werkwoord – Perfect deelwoord actief – nominatief mannelijk enkelvoud
Strong’s Grieks 2476: een verlengde vorm van een primaire stao stah’ -o; staan, gebruikt in verschillende toepassingen.
op afstand,
μακρόθεν (makrothen)
bijwoord
Strong ‘ s Grieks 3113: van een (lange) afstand, ver. Bijwoord van makros; van een afstand of ver.
onwillig zelfs
ἤθελεν (ēthelen)
werkwoord – onvolmaakt indicatief actief – 3e persoon enkelvoud
Strong ‘ s Grieks 2309: wil, wens, wens, wil, Intentie, ontwerp.
opheffen
επρραι (eparai)
werkwoord – Aoristische infinitief actief
Strong ‘ s Grieks 1869: verhogen, opheffen. Van epi en airo; om op te staan.

τοςς (tous)
artikel – accusatief Mannelijk meervoud
Strong ‘ s Grieks 3588: het, het lidwoord. Met inbegrip van de vrouwelijke hij, en de onzijdig in al hun buigingen; het bepaalde lidwoord; de.
ogen
φφθαλμοςς (oftalmous)
Zelfstandig naamwoord – accusatief Mannelijk meervoud
Strong ’s Greek 3788: The eye; fig: the mind’ s eye. Van optanomai; het oog; bij implicatie, visie; figuurlijk, afgunst.
t / m
εفς (eis)
voorzetsel
Strong ‘ s Greek 1519: een primair voorzetsel; naar of in, van plaats, tijd of doel; ook in bijwoordelijke zinnen.
heaven.
οὐρανόν (ouranon)
Zelfstandig naamwoord – accusatief mannelijk enkelvoud
Strong ‘ s Grieks 3772: misschien uit hetzelfde als oros; de hemel; bij uitbreiding, hemel; bij implicatie, geluk, macht, eeuwigheid; vooral het Evangelie.
in plaats daarvan,
λλλ’ (all’)
conjunct
Strong ‘ s Grieks 235: maar, behalve, echter. Onzijdig meervoud van allos; correct, andere dingen, dat wil zeggen tegengesteld.
hij sloeg
ττυπτεν (etypten)
werkwoord – Imperfect indicatief actief – 3e persoon enkelvoud
Strong ‘ s Griek 5180: slaan, slaan, verwonden, straffen toebrengen.
his
αττοῦ (autou)
persoonlijk / bezittelijk voornaamwoord – genitief Mannelijk 3e persoon enkelvoud
Strong ‘ s Griek 846: hij, zij, het, zij, zij, hetzelfde. Uit het deeltje au; het reflexieve voornaamwoord zelf, gebruikt van de derde persoon, en van de andere personen.
breast
στθθος (stēthos)
Zelfstandig naamwoord – accusatief onzijdig enkelvoud
Strong ‘ s Greek 4738: de borst, borst. Van histemi; de boezem, i.e.Borst.
said,
λέγων (legōn)
werkwoord – tegenwoordig deelwoord actief – nominatief mannelijk enkelvoud
Strong ‘ s Grieks 3004: (A) Ik zeg, spreek; ik bedoel, vermeld, vertel, (b) Ik roep, naam, vooral in het pass., (c) Ik zeg, Commando.
‘God,
Θεός (Theos)
Zelfstandig naamwoord – nominatief mannelijk enkelvoud
Strong’ s Grieks 2316: een godheid, in het bijzonder de Allerhoogste Godheid; figuurlijk, een magistraat; door het Hebraïsme, zeer.
heb genade
λλάσθητί (hilasthēti)
werkwoord-Aoristisch gebiedende wijs passief-tweede persoon enkelvoud
Strong ‘ s Grieks 2433: (A) om genade te hebben op, Toon gunst aan, (B) trans. met het doel van de zonden: vergeven, vergeven.
on me,
μοι (moi)
persoonlijk / bezittelijk voornaamwoord – datief 1e persoon enkelvoud
Strong ‘ s Grieks 1473: I, het voornaamwoord voor de eerste persoon. Een primair voornaamwoord van de eerste persoon I.
a
τῷ (tō)
artikel – datief mannelijk enkelvoud
Strong ‘ s Grieks 3588: het, het lidwoord. Met inbegrip van de vrouwelijke hij, en de onzijdig in al hun buigingen; het bepaalde lidwoord; de.
sinner!?
μμαρτωλῷ (hamartōlō)
Bijvoeglijk naamwoord – datief mannelijk enkelvoud
Strong ‘ s Grieks 268: zondig, zondig, verdorven, verfoeilijk. Van hamartano; zondig, dat wil zeggen een zondaar.

ga naar Vorige

de Verte Sloeg Kloppende Borst Verzamelaar Mededogen Ogen Toe met de Hand de Hemel Houden Bewaard Lift Barmhartig Tollenaar Tekenen Zondaar Sloeg Staan Stond Belasting-Boer Belasting-Verzamelaar Zou het niet

Spring naar Volgende

de Verte Sloeg Kloppende Borst Verzamelaar Mededogen Ogen Toe met de Hand de Hemel Houden Bewaard Lift Barmhartig Tollenaar Tekenen Zondaar Sloeg Staan Stond Belasting-Boer Belasting-Verzamelaar Zou het niet

Links

Lucas 18:13 NIV
Lucas 18:13 NLT
Lucas 18:13 HTB
Lucas 18:13 NASB
Lucas 18:13 NBG
Lucas 18:13 BibleApps.com
Lucas 18:13 Biblia Paralela
Lucas 18:13 Chinese Bijbel
Lukas 18: 13 Franse Bijbel
Lukas 18: 13 citaten van Clyx
nt evangeliën: Lukas 18: 13 maar de tollenaar staat ver weg (Lukas Lu Lk)

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.