Roaccutane 20 mg zachte Capsules

teratogene effecten

Roaccutane is een krachtig teratogeen bij de mens dat een hoge frequentie van ernstige en levensbedreigende geboorteafwijkingen induceert.

Roaccutane is strikt gecontra-indiceerd in:

– zwangere vrouwen

– vrouwen die zwanger kunnen worden, tenzij aan alle voorwaarden van het zwangerschapspreventieprogramma is voldaan

zwangerschapspreventieprogramma

dit geneesmiddel is teratogeen

isotretinoïne is gecontra-indiceerd bij vrouwen die zwanger kunnen worden, tenzij aan alle volgende voorwaarden van het zwangerschapspreventieprogramma is voldaan:

* zij heeft ernstige acne (zoals nodulaire acne of conglobaatacne of acne met het risico op permanente littekenvorming) die resistent is voor adequate kuren van standaardtherapie met systemische anti-bacteriële en topische therapie (zie rubriek 4.1″Therapeutische indicaties”).

* de kans op zwangerschap moet bij alle vrouwelijke patiënten worden beoordeeld.

* zij begrijpt het teratogene risico.

• zij begrijpt de noodzaak van een nauwgezette follow-up op maandbasis.

* zij begrijpt en aanvaardt de noodzaak van effectieve anticonceptie, zonder onderbreking, 1 maand voor aanvang van de behandeling, gedurende de gehele duur van de behandeling en gedurende 1 maand na het einde van de behandeling. Ten minste één zeer effectieve anticonceptiemethode (d.w.z. een gebruikeronafhankelijke vorm) of twee aanvullende gebruikerafhankelijke vormen van anticonceptie moeten worden gebruikt.

* bij de keuze van de anticonceptiemethode moeten de individuele omstandigheden in elk geval worden geëvalueerd, waarbij de patiënt bij de discussie wordt betrokken, om te garanderen dat zij zich aan de gekozen maatregelen houdt en zich aan de gekozen maatregelen houdt.

* zelfs als ze amenorroe heeft, moet ze alle adviezen over effectieve anticonceptie opvolgen.*Zij is geïnformeerd en begrijpt de mogelijke gevolgen van een zwangerschap en de noodzaak om snel overleg te plegen als er een risico op zwangerschap bestaat of als zij zwanger zou kunnen zijn.

* zij begrijpt de noodzaak en aanvaardt regelmatig zwangerschapstesten te ondergaan vóór, idealiter maandelijks tijdens de behandeling en 1 maand na het stoppen van de behandeling.

* zij heeft erkend dat zij de gevaren en de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen die met het gebruik van isotretinoïne gepaard gaan, heeft begrepen.

deze aandoeningen hebben ook betrekking op vrouwen die momenteel niet seksueel actief zijn, tenzij de voorschrijver van mening is dat er dwingende redenen zijn om aan te geven dat er geen risico op zwangerschap bestaat.

de voorschrijver moet ervoor zorgen dat:

* de patiënt voldoet aan de voorwaarden voor zwangerschapspreventie zoals hierboven vermeld, inclusief bevestiging dat zij voldoende inzicht heeft.

* de patiënt heeft de bovengenoemde aandoeningen erkend.

* de patiënt begrijpt dat zij consequent en correct één zeer effectieve anticonceptiemethode moet gebruiken (d.w.z. een door de gebruiker onafhankelijke vorm) of twee Aanvullende, door de gebruiker afhankelijke vormen van anticonceptie, gedurende ten minste 1 maand voorafgaand aan de start van de behandeling en gedurende ten minste 1 maand na beëindiging van de behandeling effectieve anticonceptie blijft gebruiken.

* er zijn negatieve zwangerschapstesten verkregen voor, tijdens en 1 maand na het einde van de behandeling. De data en resultaten van zwangerschapstesten moeten worden gedocumenteerd.

als een vrouw die met isotretinoïne wordt behandeld zwanger wordt, moet de behandeling worden gestopt en moet de patiënt voor evaluatie en advies worden doorverwezen naar een arts die gespecialiseerd of ervaren is in teratologie.

als zwangerschap optreedt na het stoppen van de behandeling, blijft er een risico op ernstige en ernstige misvorming van de foetus bestaan. Dit risico blijft bestaan totdat het product volledig is geëlimineerd, wat binnen een maand na het einde van de behandeling is.

anticonceptie

vrouwelijke patiënten moeten uitgebreide informatie krijgen over zwangerschapspreventie en moeten worden doorverwezen voor anticonceptieadvies als zij geen effectieve anticonceptie gebruiken. Indien de voorschrijvende arts niet in staat is dergelijke informatie te verstrekken, moet de patiënt worden doorverwezen naar de relevante beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg.

als minimumvereiste moeten vrouwelijke patiënten die zwanger kunnen worden ten minste één zeer effectieve anticonceptiemethode gebruiken (d.w.z. een gebruikeronafhankelijke vorm), of twee aanvullende gebruikerafhankelijke vormen van anticonceptie. Anticonceptie dient te worden gebruikt gedurende ten minste 1 maand voorafgaand aan het starten van de behandeling, gedurende de gehele behandeling en dient te worden voortgezet gedurende ten minste 1 maand na het stoppen van de behandeling met isotretinoïne, zelfs bij patiënten met amenorroe.

bij de keuze van de anticonceptiemethode waarbij de patiënt bij de discussie wordt betrokken, moeten de individuele omstandigheden in elk geval worden geëvalueerd om te garanderen dat de patiënt zich aan de gekozen maatregelen houdt en zich aan de gekozen maatregelen houdt.

zwangerschapstesten

volgens de lokale praktijk worden zwangerschapstesten onder medisch toezicht met een minimale gevoeligheid van 25 mIE/mL Aanbevolen, als volgt.

vóór aanvang van de behandeling:

ten minste één maand nadat de patiënt is begonnen met het gebruik van anticonceptie, en kort (bij voorkeur enkele dagen) vóór het eerste voorschrift, dient de patiënt een zwangerschapstest onder medisch toezicht te ondergaan. Deze test moet er zeker van zijn dat de patiënt niet zwanger is wanneer zij de behandeling met isotretinoïne start.

Follow-upbezoeken

Follow-upbezoeken dienen met regelmatige tussenpozen te worden georganiseerd, idealiter maandelijks. De noodzaak van elke maand herhaalde zwangerschapstesten onder medisch toezicht dient te worden bepaald volgens de lokale praktijk, met inbegrip van overweging van de seksuele activiteit van de patiënt, recente menstruatiegeschiedenis (abnormale menstruatie, gemiste menstruatie of amenorroe) en anticonceptiemethode. Indien aangewezen dienen vervolgzwangerschapstesten te worden uitgevoerd op de dag van het bezoek aan de voorschrijvende arts of in de 3 dagen voorafgaand aan het bezoek aan de voorschrijvende arts.

einde van de behandeling

een maand na het stoppen van de behandeling moeten vrouwen een laatste zwangerschapstest ondergaan.

beperkingen voor het voorschrijven en toedienen

voor vrouwen in de vruchtbare leeftijd dient de voorgeschreven duur van Roaccutane idealiter te worden beperkt tot 30 dagen ter ondersteuning van een regelmatige follow-up, inclusief zwangerschapstesten en monitoring. Idealiter moeten zwangerschapstesten, het voorschrijven van een recept en het toedienen van Roaccutane op dezelfde dag plaatsvinden. De verstrekking van isotretinoïne dient binnen maximaal 7 dagen na het voorschrijven plaats te vinden.

deze maandelijkse follow-up zal ervoor zorgen dat regelmatig zwangerschapstesten en-monitoring worden uitgevoerd en dat de patiënt niet zwanger is voordat hij de volgende medicatiecyclus krijgt.

mannelijke patiënten:

de beschikbare gegevens suggereren dat de mate van blootstelling van de moeder aan het sperma van de patiënten die Roaccutane krijgen, niet van een voldoende omvang is om in verband te worden gebracht met de teratogene effecten van Roaccutane. Mannelijke patiënten moeten eraan worden herinnerd dat ze hun medicatie met niemand mogen delen, vooral niet met vrouwen.

aanvullende voorzorgsmaatregelen

patiënten dienen geïnstrueerd te worden dit geneesmiddel nooit aan iemand anders te geven en ongebruikte capsules aan het einde van de behandeling terug te geven aan hun apotheker.

patiënten dienen geen bloed te doneren tijdens de behandeling en gedurende 1 maand na stopzetting van isotretinoïne vanwege het potentiële risico voor de foetus van een zwangere ontvanger van transfusie.

Voorlichtingsmateriaal

om voorschrijvers, apothekers en patiënten te helpen bij het vermijden van foetale blootstelling aan isotretinoïne, zal de houder van de vergunning voor het in de handel brengen voorlichtingsmateriaal verstrekken om de waarschuwingen over de teratogeniteit van isotretinoïne te versterken, om advies te geven over anticonceptie voordat de behandeling wordt gestart en om advies te geven over de noodzaak van zwangerschapstesten.

volledige patiëntinformatie over het teratogene risico en de strikte maatregelen ter voorkoming van zwangerschap, zoals gespecificeerd in het programma ter voorkoming van zwangerschap, dient door de arts aan alle patiënten te worden gegeven, zowel mannen als vrouwen.

psychiatrische stoornissen

depressie, verergerde depressie, angst, agressieve neigingen, stemmingswisselingen, psychotische symptomen en zeer zelden zelfmoordgedachten, zelfmoordpogingen en zelfmoord zijn gemeld bij patiënten die met isotretinoïne werden behandeld (zie rubriek 4.8). Bijzondere voorzichtigheid is geboden bij patiënten met een voorgeschiedenis van depressie en alle patiënten moeten gecontroleerd worden op tekenen van depressie en indien nodig doorverwezen worden naar een passende behandeling. Het stopzetten van isotretinoïne kan echter onvoldoende zijn om de symptomen te verlichten en daarom kan verdere psychiatrische of psychologische evaluatie noodzakelijk zijn.

Bewustwording door familie of vrienden kan nuttig zijn om verslechtering van de geestelijke gezondheid te detecteren.

huid-en onderhuidaandoeningen

Acute exacerbatie van acne wordt soms waargenomen tijdens de initiële periode, maar dit neemt af bij voortzetting van de behandeling, gewoonlijk binnen 7-10 dagen, en vereist gewoonlijk geen dosisaanpassing.

blootstelling aan intens zonlicht of aan UV-stralen dient te worden vermeden. Indien nodig moet een zonwerend middel met een hoge beschermingsfactor van ten minste SPF 15 worden gebruikt.

agressieve chemische dermabrasie en cutane laserbehandeling dienen te worden vermeden bij patiënten die isotretinoïne gebruiken gedurende een periode van 5-6 maanden na het einde van de behandeling vanwege het risico op hypertrofische littekenvorming in atypische gebieden en in zeldzame gevallen post-inflammatoire hyper of hypopigmentatie in behandelde gebieden. Was-epilatie dient te worden vermeden bij patiënten die isotretinoïne gebruiken gedurende ten minste een periode van 6 maanden na de behandeling vanwege het risico op epidermale strippen.

gelijktijdige toediening van isotretinoïne met topische keratolytische of exfoliatieve anti-acne middelen dient te worden vermeden omdat lokale irritatie kan toenemen (zie rubriek 4.5).

patiënten dient geadviseerd te worden om vanaf het begin van de behandeling een hydraterende huidzalf of-crème en een lippenbalsem te gebruiken, omdat isotretinoïne waarschijnlijk een droge huid en lippen kan veroorzaken.

er zijn postmarketingmeldingen van ernstige huidreacties (bijv. erythema multiforme (EM), Stevens-Johnson syndroom (SJS) en toxische epidermale necrolyse (TEN)) die in verband worden gebracht met het gebruik van isotretinoïne. Aangezien deze bijwerkingen moeilijk te onderscheiden kunnen zijn van andere huidreacties die kunnen optreden (zie rubriek 4.8), dienen patiënten op de hoogte te worden gesteld van de klachten en symptomen en nauwlettend te worden gecontroleerd op ernstige huidreacties. Als een ernstige huidreactie wordt vermoed, moet de behandeling met isotretinoïne worden gestaakt.

allergische reacties

anafylactische reacties zijn zelden gemeld, in sommige gevallen na eerdere topische blootstelling aan retinoïden. Allergische huidreacties worden zelden gemeld. Ernstige gevallen van allergische vasculitis, vaak met purpura (blauwe plekken en rode vlekken) van de extremiteiten en extracutane betrokkenheid zijn gemeld. Ernstige allergische reacties vereisen onderbreking van de behandeling en zorgvuldige controle.

oogaandoeningen

droge ogen, troebelheid van het hoornvlies, verminderd nachtzicht en keratitis verdwijnen gewoonlijk na het staken van de behandeling. Droge ogen kunnen worden geholpen door het aanbrengen van een smeerende oogzalf of door het aanbrengen van traanvervangingstherapie. Intolerantie voor contactlenzen kan optreden, waardoor de patiënt een bril moet dragen tijdens de behandeling.

verminderd nachtzicht is ook gemeld en het optreden bij sommige patiënten trad plotseling op (zie rubriek 4.7). Patiënten met visuele problemen moeten worden doorverwezen voor een deskundig oftalmologisch advies. Stoppen van isotretinoïne kan noodzakelijk zijn.

skeletspier-en bindweefselaandoeningen

myalgie, artralgie en verhoogde serumcreatinefosfokinase-waarden zijn gemeld bij patiënten die isotretinoïne kregen, met name bij patiënten die krachtige fysieke activiteit ondergingen (zie rubriek 4.8). In sommige gevallen kan dit zich ontwikkelen tot mogelijk levensbedreigende rabdomyolyse.

botveranderingen, waaronder voortijdige epifysaire sluiting, hyperostose en calcificatie van pezen en ligamenten, zijn opgetreden na enkele jaren toediening van zeer hoge doses voor de behandeling van keratinisatiestoornissen. De dosisniveaus, de duur van de behandeling en de totale cumulatieve dosis bij deze patiënten over het algemeen ver overtroffen die aanbevolen voor de behandeling van acne.

benigne intracraniale hypertensie

er zijn gevallen van benigne intracraniale hypertensie gemeld, waarvan sommige gepaard gingen met gelijktijdig gebruik van tetracyclinen (zie rubriek 4.3 en rubriek 4.5). Tekenen en symptomen van goedaardige intracraniële hypertensie zijn onder meer hoofdpijn, misselijkheid en braken, visusstoornissen en papiloedeem. Patiënten die goedaardige intracraniële hypertensie ontwikkelen, moeten onmiddellijk stoppen met isotretinoïne.

lever-en galaandoeningen

leverenzymen dienen vóór de behandeling te worden gecontroleerd, 1 maand na de start van de behandeling en vervolgens om de 3 maandelijkse intervallen, tenzij frequentere controle klinisch geïndiceerd is. Voorbijgaande en reversibele verhogingen van levertransaminasen zijn gemeld. In veel gevallen lagen deze veranderingen binnen het normale bereik en zijn de waarden teruggekeerd naar de uitgangswaarden tijdens de behandeling. Echter, in geval van aanhoudende klinisch relevante verhoging van de transaminasespiegels, dient verlaging van de dosis of stopzetting van de behandeling te worden overwogen.

nierinsufficiëntie

nierinsufficiëntie en nierfalen hebben geen invloed op de farmacokinetiek van isotretinoïne. Daarom kan isotretinoïne worden toegediend aan patiënten met nierinsufficiëntie. Het wordt echter aanbevolen om patiënten te starten met een lage dosis en te titreren tot de maximaal verdraagbare dosis (zie rubriek 4.2).

lipidenmetabolisme

serumlipiden (nuchtere waarden) moeten vóór de behandeling worden gecontroleerd, 1 maand na de start van de behandeling en vervolgens om de 3 maandelijkse intervallen, tenzij frequentere controle klinisch geïndiceerd is. Verhoogde serumlipidenwaarden keren gewoonlijk terug naar normaal bij dosisverlaging of staken van de behandeling en kunnen ook reageren op dieetmaatregelen.

isotretinoïne is in verband gebracht met een verhoging van de plasma triglyceridespiegels. De behandeling met isotretinoïne dient te worden gestaakt als hypertriglyceridemie niet op een aanvaardbaar niveau onder controle kan worden gebracht of als symptomen van pancreatitis optreden (zie rubriek 4.8). Spiegels van meer dan 800 mg/dL of 9 mmol/L worden soms geassocieerd met acute pancreatitis, die fataal kan zijn.

Maagdarmstelselaandoeningen

isotretinoïne is in verband gebracht met inflammatoire darmziekte (inclusief regionale ileitis) bij patiënten zonder voorgeschiedenis van darmaandoeningen. Patiënten met ernstige (hemorragische) diarree dienen onmiddellijk te stoppen met isotretinoïne.

patiënten met een hoog risico

bij patiënten met diabetes, obesitas, alcoholisme of een vetmetabolismestoornis die een behandeling met isotretinoïne ondergaan, kan het nodig zijn de serumwaarden voor lipiden en/of bloedglucose vaker te controleren. Verhoogde nuchtere bloedsuikers zijn gemeld en nieuwe gevallen van diabetes zijn gediagnosticeerd tijdens behandeling met isotretinoïne.

hulpstoffen

dit geneesmiddel bevat 3,20 mg-4,86 mg sorbitol (E420) in elke capsule van 20 mg.

er moet rekening worden gehouden met het additieve effect van gelijktijdig toegediende producten die sorbitol (of fructose) bevatten en die sorbitol (of fructose) via de voeding innemen.

het gehalte aan sorbitol in geneesmiddelen voor oraal gebruik kan de biologische beschikbaarheid beïnvloeden van andere gelijktijdig toegediende geneesmiddelen voor oraal gebruik

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.