deze tutorial legt uit wat een standaardroute is, hoe een standaardroute werkt bij routering, hoe een router een AD-waarde toewijst aan een standaardroute, en het verschil tussen statische en dynamische standaardroute.
de standaardroute is een route die een router gebruikt om een inkomend pakket door te sturen als er geen andere route beschikbaar is voor dat pakket in de routeringstabel. Routers gebruiken de routeringstabel om de doorstuurbeslissing te nemen. Een routing table entry bestaat uit twee stukken: het externe netwerk en de lokale interface die met dat netwerk is verbonden.
wanneer een pakket op een interface van een router aankomt, leest de router het doelnetwerkadres van het inkomende pakket en vindt dat netwerkadres in de routeringstabel. Als de routertabel een regel voor het doelnetwerk bevat, stuurt de router het inkomende pakket door vanuit de interface die naast het doelnetwerk is geschreven in de regel.
als de routeringstabel geen regel voor het doeladres bevat, laat de router het inkomende pakket vallen. Dit is het punt waar het concept van standaard route past. Een standaardroute geeft een route naar een router om alle inkomende pakketten door te sturen waarvan de doelnetwerkadressen niet beschikbaar zijn in de routeringstabel.
standaard routeadres
een standaard route bevat alle nul in het IP-adres. Er zijn twee versies van IP protocol, IPv4 en IPv6. In beide versies is het adres van de standaardroute het volgende.
IPv4 default route: - 0.0.0.0 0.0.0.0IPv6 default route: - ::/0
alle nul (0.0.0.0) in netwerkgedeelte en subnetmasker vertegenwoordigen respectievelijk alle netwerken en alle hosts in het opgegeven netwerk.
commando of syntaxis als u een standaardroute
wilt configureren, gebruikt u de volgende syntaxis in de algemene configuratiemodus.
Router(config)# ip route 0.0.0.0 0.0.0.0 {ip-address | exit-interface}
als u een standaardroute voor IPv6 wilt configureren, gebruikt u de volgende syntaxis uit de algemene configuratiemodus.
Router(config)# ipv6 route ::/0 {ipv6-address | exit-interface}
in beide syntaxen: het ip-adres is het IP-adres van de next-hop en de exit-interface is de lokale interface van de router.
als u het IP-adres van de next-hop gebruikt, zal de router pakketten doorsturen naar de externe interface van de andere router (next-hop) die direct is verbonden met de lokale router en is geconfigureerd met het IP-adres dat u toewijst in de standaardroute.
als u de exit-interface gebruikt, stuurt de router pakketten door vanuit de lokale interface die u configureert in de standaardroute.
u moet de exit-interface configureren in plaats van het next-hop IP-adres. Het voordeel van de exit-interface configuratie over de next-hop IP adres configuratie is dat de exit-interface configuratie niet afhankelijk is van de IP adres stabiliteit van de next-hop.
laten we enkele voorbeelden nemen van de standaard routeconfiguratie.
het volgende commando configureert een standaard IPv4-route die alle pakketten doorstuurt vanuit de seriële 0/0/0-interface.
Router(config)# ip route 0.0.0.0 0.0.0.0 serial 0/0/0
het volgende commando configureert een IPv4 standaard route die alle pakketten doorstuurt naar de volgende-hop 192.168.1.1.
Router(config)# ip route 0.0.0.0 0.0.0.0 192.168.1.1
het volgende commando configureert een standaard IPv6 route die alle pakketten doorstuurt vanuit de seriële 1/1/1 interface.
Router(config)# ipv6 route ::/0 serial 0/0/0
het volgende commando configureert een standaard IPv6 route die alle pakketten doorstuurt naar de volgende-hop 2001:DB8:1:F::1.
Router(config)# ipv6 route ::/0 2001:DB8:1:F::1
om de standaard routeconfiguratie te bekijken, gebruik je het & amp; quot; show ip route & amp; quot; commando vanuit de privileged-exec mode.
Router#show ip route
u kunt ook de & amp; quot; show running-config & amp; quot; commando om het commando dat werd gebruikt voor het configureren van de standaard route te bekijken.
Router#show running-config
de volgende afbeelding toont beide commando ‘ s met voorbeelduitvoer.
statische standaardroute v/s dynamische standaardroute
een standaardroute die is geconfigureerd met het commando” ip route ” wordt de standaard statische route genoemd. Sommige routeringsprotocollen zoals RIP en EIGRP laten ons toe om de standaard statische route te adverteren. Een standaard statische route die op een andere router is geconfigureerd en via een routeringsprotocol is geleerd, wordt de dynamische standaardroute genoemd.
AD (Administrative Distance) value of the default route
Administrative distance is een eigen Cisco-mechanisme dat wordt gebruikt om de IP-routeringsprotocollen te rangschikken. Administratieve afstand kent een waarde toe (van bereik 0 tot 255) aan elk IP-routeringsprotocol.
Routers gebruiken de advertentiewaarde om de beste route uit alle beschikbare routes te selecteren. Als een router routeringsupdates voor een enkel netwerk uit meerdere bronnen ontvangt, gebruikt de router de advertentiewaarde om uit alle beschikbare routes één beste route te kiezen.
een kleinere advertentie waarde is geloofwaardiger door een router, met de beste advertentie waarde 0 en de slechtste, 255.
de advertentiewaarde van de standaardroute is afhankelijk van het type configuratie. Als de standaardroute statisch is geconfigureerd met het commando” ip route”, kent de router deze de advertentiewaarde 1 toe. 1 is de advertentiewaarde van de statische route.
op dezelfde manier kent de router, als de standaardroute dynamisch wordt aangeleerd via een routeringsprotocol, een AD-waarde van het routeringsprotocol toe. Als een router bijvoorbeeld de standaardroute leert van het rip-routeringsprotocol, wijst de router de advertentiewaarde 120 toe. 120 is de advertentiewaarde van het rip-routeringsprotocol.
hoe een standaardroute werkt bij routering
een router stuurt een binnenkomend pakket alleen door vanaf de standaardroute als er geen andere route beschikbaar is voor dat pakket in de routeringstabel. Met andere woorden, als een route beschikbaar is voor een inkomend pakket in de routeringstabel, gebruikt de router niet de standaard route voor dat pakket.
laten we een voorbeeld nemen. Stel dat een pakket aankomt op een interface van een router. De router leest het doelnetwerk van het pakket en zoekt dat doelnetwerk in de routeringstabel.
nu kunnen er drie situaties zijn. De volgende tabel beschrijft elke situatie Samen met de actie die de router zal nemen in die situatie.
| situatie | actie |
| er is geen regel in de routeringstabel voor het doelnetwerk of een standaardroute beschikbaar. | laat het pakket vallen |
| zowel een regel in de routeringstabel voor het doelnetwerk als een standaardroute zijn beschikbaar. | gebruik de regel om het pakket door te sturen |
| een regel voor het doelnetwerk is niet beschikbaar in de routeringstabel, maar de standaardroute is wel beschikbaar. | gebruik de standaardroute om het pakket door te sturen |
de volgende afbeelding toont een voorbeeld van alle drie situaties.
gebruiken dat is alles voor deze tutorial. Als u deze tutorial, vergeet dan niet om het te delen met vrienden via uw favoriete sociale netwerk.