voedselvergiftiging, voorheen ptomainevergiftiging genoemd, acute gastro-intestinale ziekte als gevolg van de consumptie van levensmiddelen die een of meer vertegenwoordigers van drie belangrijke groepen schadelijke agentia bevatten: natuurlijke vergiften aanwezig in bepaalde planten en dieren, chemische vergiften en micro-organismen (voornamelijk bacteriën) en hun toxische afscheidingen.
de meeste gevallen van acute voedselvergiftiging worden veroorzaakt door bacteriën zoals Salmonella, Shigella, Escherichia coli en Staphylococcus en hun toxische producten (zie botulisme en salmonellose).
onder de chemische gifstoffen die levensmiddelen verontreinigen, bevinden zich bepaalde zware metalen die in fungiciden en insecticiden worden gebruikt (zie kwikvergiftiging). Gevallen van metaalvergiftiging kunnen soms worden herleid tot het serveren of bereiden van zure voedingsmiddelen in bepaalde kookgerei (zie antimoonvergiftiging; cadmiumvergiftiging). Verschillende levensmiddelenadditieven en conserveermiddelen, hoewel over het algemeen onschadelijk op korte termijn, kunnen een cumulatief toxisch effect hebben wanneer ze gedurende een lange periode worden ingenomen.
de meest voorkomende giftige planten en dieren die voedselvergiftiging veroorzaken bij mensen zijn onder andere bepaalde soorten mosselen en mosselen (zie schelpdiervergiftiging); zee-en zoetwatervissen (zie visvergiftiging); schimmels (zie paddenstoelvergiftiging); planten (bijvoorbeeld waterscheerling, rabarbergroen); en noten (bijvoorbeeld akee noten), zaden (bijvoorbeeld tung zaden) en bonen (bijvoorbeeld fava bonen).