Hoofdstuk VII

HOOFDSTUK VII OPTREDEN MET BETREKKING TOT bedreiging VOOR DE VREDE, SCHENDINGEN VAN DE VREDE EN DADEN VAN AGRESSIE

Artikel 39

De veiligheidsraad bepaalt het bestaan van een bedreiging van de vrede, verbreking van de vrede of daad van agressie, en doet aanbevelingen, of beslist welke maatregelen zullen worden genomen overeenkomstig de Artikelen 41 en 42, voor het behoud of herstel van de internationale vrede en veiligheid.Ten einde een verergering van de situatie te voorkomen, kan de Veiligheidsraad, alvorens de aanbevelingen te doen of een besluit te nemen over de in artikel 39 bedoelde maatregelen, de betrokken partijen verzoeken de door hem noodzakelijk of wenselijk geachte voorlopige maatregelen na te leven. Deze voorlopige maatregelen laten de rechten, vorderingen of standpunten van de betrokken partijen onverlet. De Veiligheidsraad houdt naar behoren rekening met het niet naleven van deze voorlopige maatregelen.

artikel 41

de Veiligheidsraad kan besluiten welke maatregelen moeten worden genomen om uitvoering te geven aan zijn besluiten en kan de leden van de Verenigde Naties Verzoeken dergelijke maatregelen toe te passen. Deze kunnen bestaan uit een volledige of gedeeltelijke onderbreking van de economische betrekkingen en van het spoor, de zee, de lucht, de post, de telegrafie, de radio en andere communicatiemiddelen, alsmede het verbreken van de diplomatieke betrekkingen.Indien de Veiligheidsraad van oordeel is dat de in artikel 41 bedoelde maatregelen ontoereikend zijn of ontoereikend blijken te zijn, kan hij door de lucht, over zee of over land maatregelen nemen die nodig zijn om de internationale vrede en veiligheid te handhaven of te herstellen. Dergelijke acties kunnen demonstraties, blokkades en andere operaties door de lucht, over zee of over land van leden van de Verenigde Naties omvatten.

artikel 43

  1. om bij te dragen tot de handhaving van de internationale vrede en veiligheid verbinden alle leden van de Verenigde Naties zich ertoe de Veiligheidsraad op diens verzoek en in overeenstemming met een of meer bijzondere overeenkomsten de strijdkrachten, bijstand en faciliteiten, met inbegrip van het recht van doorgang, ter beschikking te stellen die nodig zijn voor de handhaving van de internationale vrede en veiligheid.
  2. deze overeenkomst of overeenkomsten regelen het aantal en de aard van de strijdkrachten, hun paraatheid en algemene locatie, en de aard van de te verlenen faciliteiten en bijstand.
  3. over de overeenkomst (en) wordt (worden) zo spoedig mogelijk onderhandeld op initiatief van de Veiligheidsraad. Zij worden gesloten tussen de Veiligheidsraad en de leden of tussen de Veiligheidsraad en groepen van leden en moeten door de ondertekenende staten overeenkomstig hun onderscheiden grondwettelijke procedures worden bekrachtigd.

artikel 44

wanneer de Veiligheidsraad heeft besloten geweld te gebruiken, verzoekt hij, alvorens een niet in de Veiligheidsraad vertegenwoordigd lid te verzoeken strijdkrachten ter beschikking te stellen ter nakoming van de verplichtingen uit hoofde van artikel 43, dit lid, indien het Lid dit wenst, deel te nemen aan de besluiten van de Veiligheidsraad betreffende de tewerkstelling van contingenten van de strijdkrachten van dat lid.

artikel 45

om de Verenigde Naties in staat te stellen dringende militaire maatregelen te nemen, houden de leden onmiddellijk nationale contingenten van de luchtmacht beschikbaar voor gecombineerde internationale handhavingsmaatregelen. De sterkte en de mate van paraatheid van deze contingenten en de plannen voor hun gezamenlijke optreden worden door de Veiligheidsraad, bijgestaan door het Comité van de Militaire Staf, vastgesteld binnen de grenzen die zijn vastgesteld in de in artikel 43 bedoelde bijzondere overeenkomst of overeenkomsten.

artikel 46

plannen voor de toepassing van de strijdkrachten worden opgesteld door de Veiligheidsraad, bijgestaan door het Comité van de Militaire Staf.

artikel 47

  1. er wordt een Comité van de Militaire Staf ingesteld om de Veiligheidsraad van advies te dienen en bij te staan over alle aangelegenheden die verband houden met de militaire behoeften van de Veiligheidsraad voor de handhaving van de internationale vrede en veiligheid, de tewerkstelling en het commando over de strijdkrachten die hem ter beschikking worden gesteld, de regulering van de bewapening en de eventuele ontwapening.Het Comité van de militaire staf bestaat uit de stafchefs van de permanente leden van de Veiligheidsraad of hun vertegenwoordigers. Elk lid van de Verenigde Naties dat niet permanent in het Comité is vertegenwoordigd, wordt door het Comité uitgenodigd bij het Comité te worden betrokken wanneer de efficiënte uitoefening van de verantwoordelijkheden van het Comité de deelname van dat lid aan de werkzaamheden van het Comité vereist.
  2. het Comité van de militaire staf is onder de Veiligheidsraad verantwoordelijk voor de strategische leiding van alle strijdkrachten die ter beschikking van de Veiligheidsraad worden gesteld. Vraagstukken in verband met het bevel over deze strijdkrachten worden later uitgewerkt.
  3. het Comité van de Militaire Staf kan, met toestemming van de Veiligheidsraad en na overleg met de bevoegde regionale instanties, regionale subcomités instellen.

Artikel 48

  1. De actie die is vereist voor het uitvoeren van de besluiten van de veiligheidsraad voor de handhaving van de internationale vrede en veiligheid geschiedt door alle Leden van de Verenigde Naties of door sommige van hen, zoals de veiligheidsraad kan bepalen.
  2. deze besluiten worden door de leden van de Verenigde Naties rechtstreeks en door middel van hun optreden uitgevoerd in de bevoegde internationale organisaties waarvan zij lid zijn.

artikel 49

de leden van de Verenigde Naties verlenen elkaar wederzijdse bijstand bij de uitvoering van de door de Veiligheidsraad vastgestelde maatregelen.Artikel 50

Indien door de Veiligheidsraad preventieve of handhavingsmaatregelen worden genomen tegen een staat, heeft elke andere staat, al dan niet lid van de Verenigde Naties, die zich geconfronteerd ziet met bijzondere economische problemen die voortvloeien uit de uitvoering van die maatregelen, het recht de Veiligheidsraad te raadplegen over een oplossing van die problemen.Artikel 51

niets in dit Handvest doet afbreuk aan het inherente recht van individuele of collectieve zelfverdediging in geval van een gewapende aanval op een lid van de Verenigde Naties, totdat de Veiligheidsraad de nodige maatregelen heeft genomen om de internationale vrede en veiligheid te handhaven. De maatregelen die de leden in het kader van de uitoefening van dit recht van zelfverdediging nemen, worden onmiddellijk aan de Veiligheidsraad gemeld en doen op generlei wijze afbreuk aan het gezag en de verantwoordelijkheid van de Veiligheidsraad uit hoofde van dit Handvest om te allen tijde de maatregelen te nemen die hij nodig acht om de internationale vrede en veiligheid te handhaven of te herstellen.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.